Ervaringen traineeship Veilige Energietransitie

In september 2023 is de eerste lichting trainees van start gegaan met het programma Veilige Energietransitie. Vier enthousiaste trainees vertellen over hun ervaringen en inzichten. Benjamin, Cosima en Joren hebben een achtergrond in scheikunde en Jasmijn in ecologie. Daarnaast hebben Cosima en Joren een promotie-onderzoek voltooid. Tijdens hun traineeship hebben de vier trainees waardevolle ervaringen opgedaan bij vier organisaties die een rol spelen in de veiligheid van de energietransitie in Nederland; DCMR, NIPV, RIVM en RWS.

In dit interview reflecteren zij op hun eerste jaar in het traineeship en hun ervaringen binnen de verschillende organisaties.

De 4 trainees

Joren – Trainee

Ik was op zoek naar een manier om mijn wetenschappelijke achtergrond te combineren met een maatschappelijke functie.

Iets waarmee ik direct impact kon maken.

Benjamin – Trainee

Als trainee krijg je veel vrijheid en kansen.

Er is genoeg ruimte om iets anders te doen als een onderwerp of project niet helemaal jouw ding is.

Jasmijn – Trainee

Na mijn master was ik eigenlijk nog best zoekende naar wat ik precies wilde doen.

Dit traineeship sprak me heel erg aan omdat je bij verschillende organisaties kunt werken.

Cosima – Trainee

Ik vind een van de grootste voordelen van het traineeship dat we elkaar hebben.

Om samen ervaringen uit te kunnen wisselen.

Waarom heb je voor dit traineeship gekozen? 

Joren: Ik heb voor dit traineeship gekozen omdat ik een achtergrond heb in de wetenschap en na mijn promotie-onderzoek meer richting de praktijk te gaan. Zeker in mijn vakgebied, scheikunde, ben je vaak heel specifiek bezig, en dat zie je niet altijd direct terug in iets tastbaars.

Ik was op zoek naar een manier om mijn wetenschappelijke achtergrond te combineren met een maatschappelijke functie, iets waarmee ik direct impact kon maken. Wat ik ook heel mooi vond aan dit traineeship, is dat je bij verschillende organisaties kunt rondkijken. Zo kun je een onderwerp vanuit meerdere kanten bekijken en ontdekken wat wel en niet bij je past. 

Jasmijn: Na mijn master was ik eigenlijk nog best zoekende naar wat ik precies wilde doen. Dit traineeship sprak me heel erg aan omdat je bij verschillende organisaties kunt werken en verschillende soorten werk kunt uitproberen, zoals onderzoek, beleid en uitvoering. Dat vond ik heel interessant, want het geeft je een breed beeld van wat er mogelijk is. Daarnaast vind ik het onderwerp energietransitie erg belangrijk. Het is iets wat de komende jaren ontzettend relevant blijft, en ik wil daar graag mijn steentje aan bijdragen.

Waarom kun je dit traineeship aanraden? 

Benjamin: Je krijgt echt de tijd om een organisatie goed te leren kennen. Je zit acht maanden bij drie organisaties, dit is lang genoeg om te begrijpen hoe het in elkaar steekt en hoe er gewerkt wordt. Tegelijkertijd heb je als trainee veel vrijheid en kansen. Als je na een paar maanden merkt dat een bepaald onderwerp of project niet helemaal je ding is, dan is er ruimte om iets anders te doen of ergens anders aan mee te werken. Daarnaast krijg je, omdat je bij verschillende organisaties zit, een breed beeld van hoe het vakgebied omgevingsveiligheid eruitziet.

Jasmijn: Wat ik ook erg waardeer is dat er echt naar de individu gekeken wordt. Ik heb bijvoorbeeld een achtergrond in ecologie, en dan kan ik bij het NIPV aan natuurbrandonderzoeken werken wat daar raakvlakken mee heeft. Hetzelfde geldt voor anderen. Benjamin kwam bij DCMR erachter dat hij de rekeninstrumenten erg interessant vindt, waar hij bij het RIVM mee door kan gaan. Joren wil zich ontwikkelen op het gebied van leiderschapsvaardigheden, waar hij bij DCMR de kans kreeg.

Kun je wat vertellen over praktische zaken?

Allen: De praktische zaken van het traineeship wordt over het algemeen goed geregeld. Er is veel flexibiliteit in hoe en waar gewerkt wordt. We kunnen hybride werken en er wordt geprobeerd om de reistijd max 1,5 uur te laten zijn met het OV. We staan twee jaar onder contract bij het startinstituut waar we ook een laptop en mobiel van krijgen. Dit is fijn omdat je altijd bij je eerste organisatie terecht kan en niet verschillende systemen hoeft te leren. 
Er zijn soms wat kleine verschillen tussen organisaties, bijvoorbeeld de verplichte kantoordagen en het is handig als je daar flexibel in bent. Als er problemen zijn, kan je altijd rekenen op je mentor, die je houdt bij je moederorganisatie, of buddy, die zit bij de organisatie waar je op dat moment werkt.

Merk je verschillen tussen de organisaties?

Allen: Bij elke organisatie dragen wij bij aan werkzaamheden rondom de veiligheid van de energietransitie, maar we benaderen dit vanuit verschillende invalshoeken. RIVM en NIPV zijn kennisinstituten en richten zich op onderzoeken over maatschappelijke opgaven. Bij Rijkswaterstaat gaat het om kennis over wet-en regelgeving ophalen, kennis te delen en terug te leggen bij beleid. DCMR komen wij meer in aanraking met VTH en bedrijven. Als zij bijvoorbeeld een grote waterstofopslag willen installeren, komt de aanvraag ervoor bij DCMR terecht. 

Maar de werkplekken verschillen niet alleen qua inhoud, maar ook qua werkcultuur. De organisaties verschillen in teamgrootte. Soms werken wij in kleine projectteams samen waar de lijnen kort zijn en soms in grotere teams, welke inhoudelijk breder opgesteld zijn.  Ook de duur van de werkzaamheden zijn erg verschillend, sommige projecten duren minimaal een jaar en in andere organisaties werkplekken zijn de werkzaamheden gericht op taken die binnen enkele weken of dagen af moeten. We ontvangen steun van onze collega’s en leidinggevenden, maar zelfstandigheid wordt ook gewaardeerd. De verantwoordelijkheid van een project is soms gezamenlijk verdeeld, terwijl we bij andere projecten eigen verantwoordelijkheid hebben.

Op deze manier komen wij in aanraking met verschillende werkplekken. Het traineeship is dus een unieke kans om uit te vinden wat soort werkplek het best bij jou past.

Hoe ervaar je het contact onderling tussen de trainees? 

Cosima: Ik vind het een van de grootste voordelen van het traineeship dat we elkaar hebben om ervaringen uit te wisselen. We zijn een gezellige groep maar organiseren ook dingen samen, waaronder kennistafels, die inhoudelijk goed aansluiten bij het traineeship en de organisaties.

Benjamin: Het is een hele goede, laagdrempelige groep om mee te praten. Je kan enerzijds praten over zaken die niet direct met werkt maken hebben, of meer gericht zijn op persoonlijke ontwikkeling. Anderzijds is er ook heel handig om inhoudelijk over je werk te praten.

Sluit je achtergrond aan bij je werkzaamheden?

Joren: Ja, het sluit zeker aan. Er wordt namelijk specifiek gekeken naar je opleidingsniveau en interesses. Twee van ons hebben een PhD afgerond en twee een master. Daarbij wordt er actief meegedacht over wat je wilt leren en doen, zodat je werkzaamheden zowel inhoudelijk interessant zijn als bij je niveau passen. De aansluiting kan natuurlijk per organisatie variëren. Ik merk dat ik zelf een sterke onderzoeksachtergrond heb en dat ook zoek in mijn werk. Hoewel ik de praktijk interessant vind, sluit dit goed aan bij mijn persoonlijke voorkeuren en achtergrond.

Cosima: Mijn promotie in scheikunde heeft inhoudelijk weinig te maken met wat ik nu doe, Dat vind ik niet erg, want ik wilde graag iets nieuws leren. Toch kom ik nog steeds in aanraking met scheikundige onderwerpen. Ik vind dat het niveau goed aansluit. Na twee jaar traineeship ben je inhoudelijk en qua netwerken goed voorbereid. Het biedt een goede basis voor een carrière, dat vind ik erg waardevol.